De Kleine IJstijd (1300-1870)
Gedurende de Kleine IJstijd
kon het in Europa zeer koud worden, veelal gepaard met hevige neerslag. Gevolg:
misoogsten, soms voor een paar opeenvolgende jaren, en hongersnoden.
We zien onder andere, dat gedurende
deze periode een verandering in het denken over de godheid plaats vindt: van
een almachtige via de lijdende Christus naar een straffende godheid. Dit alles
gepaard met puriteinse opvattingen en vanitas-schilderijen. Vanaf het moment
dat misoogsten niet meer aan een godheid of aan duivels of heksen werden toegeschreven, zien we dat
vanaf 1700 de overheid in toenemende mate de schuld kreeg van de hongersnoden,
met als gevolg staatsingrijpen in de economie en revolten als de Franse
revolutie.
verdere informatie:
belangrijke literatuur:
Behringer W.
A cultural history of Climate (2010)
(isbn. 978-07456-4529-2)
Buisman J.
Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen.(Deel 1 t.m 5, is vanaf 0 t.m. 1750, verschenen vanaf 1995 tot 2006)
Kroonenberg S.
De menselijke maat, de aarde over tienduizend jaar. (2010)
(isbn 978-90-467-0296-4)
Le Roy Ladurie E.
Histoire humaine et comparée du climat.(Tome 1 en 2, 2004 en 2006)